Brandweerwedstrijden

Het meedoen aan wedstrijden is een mooie manier om het oefenpeil van het korps hoog te houden. Brandweer Goes doet al vanaf de jaren vijftig mee aan wedstrijden: onderling, nationaal en zelfs internationaal.

In 1945 is de Nederlandse Vereniging van Brandweer Commandanten (NVBC) opgericht. Het doel van de vereniging is om de belangen van de brandweer te behartigen en de brandweer in Nederland op een hoog niveau te houden. In de statuten staat onder andere vermeld “het doen houden van wedstrijden”. De commandanten verwachten dat deze wedstrijden zullen leiden tot meer intensieve training, wat op zijn beurt zorgt voor een betere vakbekwaamheid. Natuurlijk worden ook de onderlinge banden en kameraadschap verbeterd.

ABWC

Eind 1945 is er een brandweerwedstrijdencomité opgericht vanuit het NVBC. Alle brandweerkorpsen kunnen lid worden, maar er wordt wel een contributie van 2 gulden en 15 cent gevraagd. In 1946 organiseert het ABWC zijn eerste wedstrijd. De uitnodiging en algemene bepalingen worden gepubliceerd in het vakblad ‘De Brandweer’. De wedstrijd wordt voornamelijk beoordeeld op snelheid en behendigheid. Pas in 1948 wordt er ook gekeken naar nauwkeurigheid. Vooral de bevelvoerder wordt strenger beoordeeld. Het aflegsysteem bestaat nog niet, dus worden de volgorde en omschrijving van de werkzaamheden vooraf gedeeld. Ook wordt er een tekening van het wedstrijdobject verstrekt.

Objecten en doelen

Het object zelf is geen echt gebouw, maar wordt uitgezet met touw of houten omheiningen. Binnen deze omheining zijn met stellages doelen uitgezet. Doelen zijn bijvoorbeeld een bal door een goot naar boven spuiten, een vat volspuiten via een trechter, blokken wegspuiten of andere creatieve ideeën die door het organiserend korps zijn bedacht. In het object zijn ook ruimtes met bijvoorbeeld een slachtoffer. Ruimtes waar alleen betreden mag worden met een filtermasker zijn aangegeven met een bord waarop ‘rook’ staat.

Wedstrijden worden in eerste instantie gehouden binnen de provincie. De winnaars gaan vervolgens door naar de gewestelijke wedstrijden, waar ze de kans krijgen om zich te kwalificeren voor de landelijke finale. In 1950 worden er wijzigingen aangebracht in de voorwaarden. Er wordt een aparte klasse geïntroduceerd voor bedrijfsbrandweerkorpsen en de deelnemende brandweermannen moeten herkenbaar zijn met een nummer. De bevelvoerder dient een duidelijk zichtbare ‘B’ dragen.

In de latere jaren 1950 begint men steeds meer bestaande gebouwen te gebruiken die geheim worden gehouden voor de deelnemende teams. Ook hier is de opzet nog vrij eenvoudig. Op de deur staat een bordje met ‘ingang’ en binnen hangt een bordje met ‘rook’. Blussen moet vaak door het raam naar buiten.

(collectie Gemeentearchief Goes)

Aflegsysteem

In 1955 wordt het nationale aflegsysteem geïntroduceerd. Het aflegsysteem is het systeem dat de brandweer gebruikt om water te transporteren vanaf een bron, zoals een brandkraan of open water, naar de brand. Het is gebaseerd op een blusploeg van acht personen, waarvan de functies en taken duidelijk zijn afgesproken. Hierdoor komt het willekeurige handelen tot een einde.

Vanaf 1958 zijn ook damesteams welkom bij de brandweerwedstrijden. Twee jaar later worden de wedstrijdklassen uitgebreid met een klasse voor hoge druk en jeugdbrandweer. Vanwege de grote leeftijdsverschillen wordt de jeugdbrandweer in 1962 opgesplitst in een juniorenklasse en een aspirantenklasse. Goes heeft dan nog geen jeugdkorps, in 1983 wordt in Goes de jeugdbrandweer opgericht.

In 1961 besluit het ABWC om de filtermaskers die tot nu toe werden gebruikt te vervangen door persluchttoestellen. Elke ploeg moet minstens twee van deze toestellen hebben. Daarnaast wordt de enscenering verbeterd met vlammenborden, flitslichten en gekleurde lampen, waardoor de brandweerwedstrijden steeds realistischer worden.

In de vroege jaren 1970 wordt de brandweer steeds vaker betrokken bij hulpverlening bij ongevallen, wat resulteert in een grotere vraag naar hulpverleningswedstrijden. Een test in 1973 blijkt succesvol te zijn en er ontstaat een nieuwe klasse binnen de brandweercompetities.

Zes man op de brandspuit

In 1983 komt er een nieuw aflegsysteem in de lesstof voor brandwachten, en de wedstrijden worden hier ook op aangepast. De grootste verandering is dat de blusploeg nu uit zes mensen bestaat.

Open Zeeuwse Brandweervrouwendag

De Open Zeeuwse Brandweervrouwendag is een jaarlijks terugkerende wedstrijd voor vrouwenteams. De vrouwen hebben geen brandweeropleiding, maar zijn de partner of dochter van een brandweerman. De eerste wedstrijden zijn in 1992 op het terrein van scheepsbouwer Schelde in Vlissingen. In 1997 worden de wedstrijden voor het laatst gehouden.

Vaardigheidstoetsen vandaag

Vandaag vinden er drie verschillende klassen plaats binnen de vaardigheidstoetsen, zoals de wedstrijden tegenwoordig genoemd worden. We hebben de klasse brandbestrijding, klasse 112 en de hoofdklasse. Alles gebeurt onder tijdsdruk, met een zo realistisch mogelijk scenario. Daarnaast spelen andere diensten zoals de politie, ambulance en slachtoffers een natuurlijke rol in het spel. De waarnemers geven direct na de deelname persoonlijke feedback aan elke individuele deelnemer. De kennis en ervaring die de deelnemers opdoen, kunnen ze vervolgens meenemen in de praktijk.

In de klasse Brandbestrijding worden vaardigheidstoetsen geënsceneerd die inspelen op kerntaak Brandbestrijding en in het bijzonder brandbestrijding in gebouwen. De klasse vervangt in 2023 de oude klassen lagedruk en hogedruk. De bluswerkzaamheden kunnen worden uitgebreid met reddings-, hulpverlenings- of bergingswerkzaamheden. De mogelijkheid bestaat dat ondersteunende voertuigen worden ingezet bij de aanpak van het incident.

In de klasse 112 zijn alle vormen van incidentbestrijding mogelijk. De inzet dient te gebeuren door de bezetting van de deelnemende ploeg met middelen uit een standaard blusvoertuig. Er kan, waar nodig, samengewerkt moeten worden met specialistische voertuigen of ondersteunende diensten.

Hoofdklasse

Sinds 1988 organiseert het ABWC al wedstrijden in de Hoofdklasse. Tijdens deze wedstrijden kan het voorkomen dat het team te maken krijgt met een groot incident. Naast het bestrijden van brand, moeten de deelnemers ook andere klussen uitvoeren die vallen onder het takenpakket van de brandweer, zoals technische hulpverlening, reddingswerk of het meten bij ongevallen met gevaarlijke stoffen. Het kan zelfs voorkomen dat er andere diensten, disciplines of personen worden ingezet ter ondersteuning, zoals meerdere bluseenheden, speciale voertuigen, politie, ambulance, nutsbedrijven of andere specialisten.