De brandweer tot de 19e eeuw

1405 – 1799: van brandemmer naar handbrandspuit

Vanaf de eerste geregistreerde brand in 1476 heeft de stad Goes een lange geschiedenis van branden die hebben geleid tot belangrijke veranderingen in de brandbestrijding en brandpreventie. In ordonnanties en verordeningen worden verschillende voorschriften opgenomen met betrekking tot het gebruik van open vuur. Daarnaast worden burgers ook opgeroepen om te helpen wanneer er daadwerkelijk iets misgaat. Deze geschiedenis illustreert de ontwikkeling van de brandweer in Goes en hoe incidenten hebben geleid tot verbeteringen in de organisatie en het beleid van de brandweer, wat uiteindelijk heeft bijgedragen aan de veiligheid van de stad.

1 januari 1405 – 31 december 1799

Goes heeft zijn oorsprong in de 10e eeuw, gelegen op een kreekrug bij de Korte Gos, een aftakking van de Schenge. De oudste bebouwing van het dorp werd verwoest door de stormvloed in 1134. De inwoners reageerden door de kreek af te dammen op de plek waar nu de Sint-Maartensbrug staat. Deze actie leidde tot de snelle groei van Goes als havenplaats, en al in de 12e eeuw waren er een marktplein en een kerk aanwezig. De haven speelde een cruciale rol in de ontwikkeling van de marktfunctie voor de omliggende landelijke gebieden. In de nabijheid van de haven bloeiden industrieën zoals de zoutwinning en de meekrapverwerking.

Door de snelle groei verleent graaf Willem VI in 1405 stadsrechten aan Goes. In 1417 krijgt het officieel toestemming van Jacoba van Beieren om zich te versterken met stadsmuren en een gracht. Er worden vier poorten gebouwd op plaatsen waar bestaande wegen de stad binnenkomen. Al bij de bouw van de houten huizen in de smalle straten van Goes is het bestuur bezig met brandpreventie. Op regelmatige afstand moet een brandgang tussen de huizen openblijven. Zo een brandgang kan een eventuele brand tegenhouden, althans dat hoopt men. Verder dient de brandgang als paadje naar de stadsvesten om met emmers snel water te kunnen halen om een brand te blussen.

Brandordonnantie

In 1459 wordt door het stadsbestuur de eerste brandordonnantie geschreven. Deze lokale wetgeving bestaat uit twee delen. In het eerste deel staan alle maatregelen die bij brand dienen te worden getroffen. Het tweede deel schrijft voor wat wel en niet mag bij het stoken van vuur.

In geval van brand is het de bedoeling dat er vanuit elk huishouden iemand naar de plaats van de brand gaat. Deze persoon moet een emmer of asvat meenemen waarin water kan worden vervoerd. Het water wordt uit de haven of vesten gehaald met de brandemmers en deze worden doorgegeven door de burgers tot aan de brandhaard. Een tweede menselijke ketting geeft de lege emmers weer terug. Goes heeft ongeveer 400 huizen, dus ook een brandweerkorps van 400 mensen. Het stadsbestuur neemt de leiding en wordt geassisteerd door de nachtwakers en de baljuw met zijn knapen.

Straatverlichting is er nog niet, daarom staat er in de ordonnantie dat elk huis, bij brand, een brandende lantaarn buiten moet hangen.

Om voldoende middelen ter beschikking te hebben in geval van brand is ieder huishouden verplicht een ladder te hebben die zo hoog is als de nok van het dak. De wat meer welgestelde inwoners moeten twee leren brandemmers in huis hebben, terwijl de wat minder rijke mensen er maar een nodig hebben. Als een leren emmer te duur is, dan is een met pek of teer waterdicht gemaakte mand ook voldoende.

Naast regels voor de burgers zijn er ook regels voor boerderijen, bakkers en andere industrieën. Ook de zoutziederijen in de stad krijgen voorschriften. Zout wordt gewonnen door verhitting in grote pannen. In de ordonnantie staat omschreven: “Zo zal elck panneman ende zoutziere hebben in zijn keete tot elke zietpanne eenen leren emmer ende tot elke twee braetpannen ook eenen leren emmer, op die boete van 20 groten.”

Huizen omhalen

Het is erg lastig om een grote brand effectief te blussen, dus het belangrijkste is om te voorkomen dat de brand zich verspreidt. Daarom worden brandende houten muren zo snel mogelijk omver getrokken met brandhaken, zodat aangrenzende percelen niet worden aangetast door het vuur. Als de brand heviger wordt, worden juist de naastgelegen huizen neergehaald om zo een stoplijn te creëren. Iemand die zich verzette tegen het neerhalen van zijn woning werd direct in de gevangenis gezet.

In 1569 wordt er een ordonnantie op de brandladders en brandhaken gepubliceerd. Per huizenblok wordt voorgeschreven hoeveel ladders en brandhaken daar aanwezig moeten zijn.

Nachtwacht

Voor het handhaven van de openbare orde en veiligheid is er in Goes een Nachtwacht. Volgens een rooster moeten alle mannelijke inwoners van Goes, van 20 jaar of ouder, nachtdienst doen. De wakers hebben hun domein in de onderste verdieping van het stadhuis. Ze zijn verplicht om regelmatig een ronde te doen door de stad. Omdat de wacht niet afgeleid mag worden is vrouwenbezoek uitdrukkelijk verboden.

Straffen bij brand

Een niet onbelangrijk artikel in de ordonnantie uit 1459 schrijft straf voor als er brand ontstaat door onvoorzichtigheid. Uitgangspunt is dat de straf bestaat uit een verplichte bedevaartstocht. De tocht kan afgekocht worden door het leveren van bakstenen voor een stedelijk bouwwerk. Ook is het mogelijk een geldbedrag aan de stad te betalen.

Een van de zwaartse straffen is verbanning uit de stad. Zo wordt op 21 maart 1457 Thone Verouts voor twee jaar verbannen uit de stad vanwege een brand in zijn woning. Als in de winter van 1471 brand ontstaat in het schip van Wouter Bartholomeuszoon Dobbelaere moet hij een bedevaart maken naar St Adriaan (Geraardsbergen, Vlaanderen) of 15 duizend bakstenen leveren voor de verbouw van de kerk. Afkopen van de straf kan met een gouden rijnsgulden.

Aechte Sans wordt in 1483 zwaar gestraft. Naast het veroorzaken van een grote brand, tevens heeft ze ook nog eens de nachtwacht “quade ende onredelicke woorden ghegeven”. Ze wordt gevangen genomen en gegijselt. De volgende dag krijgt ze haar vonnis: een bedevaart naar de Relikwieën van de Drie Koningen in Keulen. Het alternatief is het leveren van tweeduizend Hollandse bakstenen voor de bouw van de watermolen. Tevens wordt ze voor drie jaar verbannen uit Goes en Zuid-Beveland.

Brand zoutketen

Na het afbranden van een hele straat op 17 september 1476 komen er nieuwe regels voor brandveiligheid. Het stadsbestuur besluit een grote luidklok aan te schaffen voor het alarmeren van de burgerij bij brand. Ook de grote Stadsbrand van 1554 is reden voor nieuwe en strengere regels voor brandveiligheid. In 1555 is er weer een grote brand. Net als de Stadsbrand van 1554, is deze opnieuw ontstaan in één van de Goese zoutketen. Gelukkig blijft de binnenstad nu wel gespaard. Bij het mislukt beleg van de stad door de Geuzen in 1572 gaat het industriegebied langs de haven in vlammen op.

Lees hier meer over de Stadsbrand van 1554

Brand in de Grote Kerk

Op 11 september 1618 zorgt een onzorgvuldige dakdekker voor een brand in de Grote Kerk. Na het solderen van lekkende goten staat het gehele dak van de kerk in lichterlaaie. De toren stort uiteindelijk in, maar door de stenen gewelven blijft het interieur grotendeels gespaard. In datzelfde jaar nog, begint men aan de herbouw van de kerk.

Lees hier meer over de brand in de Grote Kerk

Brand Stadhuis

In 1665 is er brand in het Stadhuis op de Grote Markt. Een gedeelte van de toren brandt uit. Deze toren is het oudste deel van het stadhuis uit de veertiende eeuw, de toren is dan onder andere als gevangenis in gebruik. Het gebouw heeft in die periode een totaal ander uiterlijk dan vandaag, een restauratie en verbouwing in 1771 wijzigen het gehele uiterlijk van het stadhuis. De grote verbouwing, onder leiding van Stadbouwmeester Boudewijn Kramer, duurt vier jaar.

Drie grote branden

Eind 17e eeuw en begin de 18e eeuw vinden er drie grote branden plaats in Goes. In 1698 brandt de zoutkeet van Van der Lucht af. Niet veel later woedt er ook in de schuur van Van Campen bij de ‘s-Heer Hendrikskinderenpoort een felle brand. Boer Bruijnooge en zijn gezin raken in december dat jaar dakloos als zijn hoeve afbrandt. Ook bij deze branden bestaat het blussen niet veel meer dan het doorgeven van emmers water. Na deze opeenvolgende branden doet het stadsbestuur een dringend beroep op alle inwoners van de stad om vrijwillig bij te dragen aan de aanschaf van twee nieuwe brandspuiten. Ook komen er strengere brandpreventievoorschriften omdat er “geen brand tot bederf der stad of hare goede ingesetenen moge ontstaan”. In 1728 komt er vergunningplicht voor arbeiders “die meer vuur tot hun nering van doen hebben als tot hun ordinair huishouden”.

Nieuwe zuigpompen en Keetspuithuis

In 1698 zijn er twee handbrandspuiten besteld. In 1737 worden deze aangevuld met brandspuiten die ook water kunnen aanzuigen. Een brandspuit bestaat dan uit een zuigpomp of aanbrenger en een perspomp of bluspomp. Water tussen de twee pompen worden met leren slangen vervoerd.

Later in dat jaar is er bij ‘Meestoof de Son’ in de haven een extra brandspuithuis gebouwd vanwege het hoge brandrisico in de zoutketen. Om hiermee om te gaan, is er een derde brandspuit besteld en zijn er twee nieuwe brandmeesters aangesteld, zodat elk spuithuis wordt geleid door twee brandmeesters.

Na een brand in de toren van Kloetinge in 1742, waarbij ook de Goese spuitgasten moesten assisteren, heeft het stadsbestuur van Goes besloten dat alle stadsbrandspuiten binnen de stad moeten blijven om daar de veiligheid te waarborgen.

Lees hier meer over het eerste brandbestrijdingsmateriaal van de stad Goes

Schutterij en gilden

De generale brandmeesters van Goes worden gekozen uit het midden van de Gemeenteraad. Onder hen vallen de zes brandmeesters, die lid moeten zijn van een schutterij. De brandmeester van de Handboogschutterij leidt De Groote Spuit, terwijl de brandmeester van de Voetboogschutterij verantwoordelijk is voor de Keetspuit. De Busseschutters zijn van de Kleine Spuit. De generale brandmeesters geven niet alleen leiding aan de brandmeesters tijdens een brand, maar sturen hen ook op pad om de brandpreventieregels te controleren. Zo inspecteren zij bijvoorbeeld de schoorstenen drie keer per jaar.

Tijdens een brand zijn de brandmeesters herkenbaar aan hun stok of staf. Daarmee geven ze het pomptempo aan en slaan ze hinderlijke omstanders weg. Later zal deze stok vooral een teken van waardigheid worden.

De leden van het arbeidersgilde en het bierdragersgilde zijn de bedieners van de spuiten. Ze moeten bij brand, of oefening, alles in de steek laten en mogen pas na de brand of exercitie hun dagelijks werk weer hervatten. Zijn er te weinig spuitgasten bij een brand opgekomen, dan mogen de brandmeesters ook toeschouwers inzetten.

Ben je als gildebroeder in gebreke om te verschijnen op de oefening van de brandspuiten dan word je “ingevolge de Ordonnantie op den brande” gearresteerd en ontzet uit het gilderecht.

Ordonnantie op den Brand

Op advies van de brandmeesters besluit het stadsbestuur in juni 1763 een nieuwe“Ordonnantie op den Brand’” vast te stellen. Deze verordening regelt de preventieve en repressieve werkzaamheden van de brandweer. Zo krijgt tabakdroger Adriaan Coutsijn een boete omdat zijn nieuw fornuis minder “pericul heeft van brand te veroorzaken als het fournais hetgeen voorheen op die plaats heeft gestaan“.

Nieuw brandspuithuis in de Voorstad

Om bij brand snel ter plaatse te kunnen zijn staan de spuiten op verschillende plaatsen in de stad opgesteld. Eind 18e eeuw heeft Goes vier handbrandspuiten verdeeld over vier brandspuithuizen. De Groote Stadsbrandspuit staat in het brandspuithuis aan de noordzijde van het kerkhof van de Grote kerk. De Keetspuit staat gestationeerd bij de zoutketen en de Nieuwe Brandspuit bij de Oostpoort. In de Voorstad wordt in 1778 de Kleine Spuit gehuisvest op verzoek van de bewoners. De Voorstad ligt namelijk buiten de stadspoort. De poort is ‘s nachts gesloten en zorgt dus voor vertraging bij een inzet van de stadsbrandspuit. De lijst met vrijwillige brandwachten is in te zien in de voorkamer van de herberg de Laatste Stuiver’. Dignus van den Oever en Gijsbregt Proos worden aangesteld als ordinaire brandmeesters.

In 1797 wordt de Keetspuit, die eerst achter de Zonstoof staat, verplaatst naar het plein van de oliemolen buiten het Slikpoortje. Vanuit hier zijn de wegen beter bereikbaar in de winter.

Franse tijd en stedelijke garde

In 1795 staat het stadsbestuur voor een van de meest turbulente periodes in de 18e eeuw. Het Franse leger nadert en er dreigt oorlog, gevolgd door de invasie van de Fransen in ons land. Nadat de Fransen de stad hebben bezet, wordt er een stedelijke garde opgericht. De stedelijke garde vervult een belangrijke functie in het handhaven van de orde en veiligheid in de stad gedurende deze Franse tijd.

Het stadsbestuur bepaalt in juni 1795 dat de stokmans uit de schutterijen in het vervolg niet meer bij de brandspuiten hoeven te assisteren. Ze zullen worden vervangen door leden van de stedelijke garde. Deze zullen ook, in de plaats van de stokmans, bij het testen van de brandspuiten de nodige assistentie verlenen.

In de 18e eeuw bestaat de Goese nachtwacht uit twaalf klapperlieden die ’s nachts de wacht houden en alarm slaan bij brand. Op 25 juni 1796 besluit het stadsbestuur om de klapperwacht tijdelijk op te schorten en de stedelijke garde ook deze taak over te laten nemen. In november 1800 wordt de gewapende burgermacht ontbonden en worden de klapwakers van de nachtwacht weer in ere hersteld. Er wordt besloten om acht klapperlieden aan te stellen die jaarlijks 75 gulden ontvangen als traktement.

Lees hier meer over de alarmering van de brandweer door de jaren heen

De generale brandmeesters van de drie Goese stadsbrandspuiten krijgen in 1797 een onderscheidingsteken. Deze bestaat uit een stok van vijf voeten lang voorzien van het stadswapen.

Zowel de stad als de brandweerorganisatie groeit gestaag sinds het ontstaan van de stad in 1405. In de periode na 1800 gaan deze ontwikkelingen door.

Lees hier meer over de brandweer in Goes van 1800 tot 1850
Gemeentearchief Goes
HistorievanGoes.nl
Kroniek Goese Brandweer
Krantenbankzeeland.nl
Een schamele Landstede, door C. Dekker
De Tresoor, door Rien Poortvliet
Encyclopedievanzeeland.nl
Lunchcafegoes.nl
Abonneer
Laat het weten als er
guest

1 Comment
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Don`t copy text!
Scroll naar boven