Brandweerlokaal Beestenmarkt
ONDERDAK VOOR DE GOESE SPUITGASTEN VAN 1928 TO 1955
De restauratie van de Grote Kerk en de verbouw van de Beurs in 1928 zijn directe aanleiding tot de ingebruikname van het brandweerlokaal aan de Beestenmarkt. De loods naast het huidige podium ’t Beest is in gebruik tot 1955.
Tot 1856 staat het materieel van de brandweer verdeeld over vier spuithuisjes in de stad. Een reorganisatie dat jaar zorgt voor het samenbrengen van de vier handbrandspuiten in de Grote Kerk. Maar als in 1906 de gemotoriseerde spuit zijn intrede doet in de Stad wordt het materieel weer verspreid over de binnenstad. In de kerk staan de vier handbrandspuiten, de motorspuit staat in het Stadhuis op de Grote Markt en de mechanische ladder in het Beursgebouw op de Markt.
In 1928 ontstaan er plannen voor het uitbreiden van het Beursgebouw. De wens is om het veilinglokaal, waar het brandweermaterieel staat, bij de beurs te trekken. Maar ook voor de restauratie van de Grote Kerk staan de inmiddels buiten dienst zijnde handspuiten in de weg. Ook de installatie om slangen te drogen moet weg uit de kerk. De directeur van de Gemeentewerken stelt voor om de oude Bewaarschool aan de Beestenmarkt om te bouwen tot brandweerlokaal.
In 1929 wordt de kazerne in gebruik genomen. Naast bewaarplaats voor het materieel is er ook een klein instructielokaal. De vloer van de remise bestaat uit klinkerbestrating. Er is echter geen verwarming, ventilatie of riolering in het pand. Wel wordt eind 1929 de kazerne als een van de eerste gemeentelijke gebouwen op elektriciteit aangesloten. De kosten hiervoor zijn 100 gulden.
Droogtoren
Het grootste gemis in het nieuwe onderkomen is een slangendroogtoren. Na een oefening of uitruk dienen de slangen gereinigd te worden en liefst opgehangen te worden zodat ze goed kunnen drogen. Er wordt wel geld vrijgemaakt door de gemeente, maar door ruimtegebrek wordt de toren nooit gebouwd. De brandweerlieden moeten het doen met een kleine installatie in de garage waar de slangen kunnen worden opgehangen.
In 1950 gaat er een brief van de brandweerdirectie naar de gemeente, de kazerne aan de Beestenmarkt is te klein, de uitrit veel te smal en bovendien is het gebouw niet brandveilig. Het is de eerste oproep aan de burgemeester voor een nieuwe kazerne. In 1952 wordt de balans opgemaakt. Het opknappen van de bestaande kazerne komt uit op ongeveer 28 duizend gulden. Nieuwbouw is slechts tienduizend gulden duurder. Opknappen blijkt onrendabel en is ook ongewenst. De gemeente gaat uitkijken naar een nieuwe locatie.
Brouwersgang
Het duurt uiteindelijk nog vijf jaar voordat de brandweer mag verhuizen naar een nieuw onderkomen, de nieuwe kazerne komt op nog geen steenworp afstand. Achter de oude kazerne, aan de Brouwersgang verrijst een splinternieuwe moderne kazerne.
Nieuw gebruik
Na vertrek van de brandweer neemt firma Jan Gunst de oude brandweergarage aan de Beestenmarkt in gebruik. De naastgelegen kleuterschool wordt jaren later verbouwd tot poppodium ’t Beest. In 1993 wordt de oude kazerne, inmiddels al diverse keren verbouwd, als loge voor de vrijmetselaars in gebruik genomen.