Brandweer Wolphaartsdijk
met KORPSEN OOSTKERKE EN OUD-SABBINGE
In 1922 wordt de gemeentelijke vrijwillige brandweer Wolphaartsdijk opgericht. De oprichting valt samen met de aanschaf van de eerste motorspuit, die de handbrandspuiten vervangt. Hierdoor kan de dienstplicht voor de brandweer vervallen. Na de herindeling van de gemeenten in 1970 valt de gemeente Wolphaartsdijk onder die van Goes. Lees hier de geschiedenis van de Wolphaartsdijkse brandweer in een notendop.
Het eiland Wolphaartsdijk bestaat al in de Middeleeuwen. Rond 1220 telde het eiland drie kernen, namelijk Oostkerke, Oud-Sabbinge en in het westen het ambacht Westkerke. Na veel overstromingen en inpolderingen ontstaat de gemeente Wolphaartsdijk met de twee kernen Oud-Sabbinge en Oostkerke. Tussen Wolphaartsdijk en Kortgene op Noord-Beveland is tot 1960 een veerdienst. Sinds de Zandkreek met dammen is afgesloten, heet dit water het Veerse Meer. De eerste jaren na de afsluiting gebruikt de recreatievaart de oude landbouwhavens als jachthaven. Daarna worden nieuwe steigers, havens en recreatiegebieden aangelegd. Met name in de zomermaanden leidt dit in en rond het dorp tot een gezellige drukte.
Handbrandspuiten
In 1808 wordt er bij ‘Firma de erven Arend Almenum’ een “kopere baksbrandspuit” besteld. Dit bedrijf is in 1681 opgericht door de uitvinder van de slangbrandspuit Jan van der Heijden. Het gaat om ‘model No 503’ en is compleet met “80 voeten leere spuitslang en 40 voeten zeildoekse waterslang”. Voor de watertoevoer is daarnaast een koperen zuigpomp ‘model No 112’ met drie einden zuigbuis besteld.
Halverwege de 19e eeuw heeft de gemeentelijke brandweer drie spuiten. Om de spuiten te bedienen zijn veel mensen nodig omdat het bedienen van de pompen zwaar werk is. Om genoeg mensen beschikbaar te hebben is er dienstplicht voor de mannen uit Wolphaartsdijk. Er is in die tijd niet vaak brand in het dorp, maar de spuit wordt ook ingezet bij branden in de naburige kernen van Zuid-Beveland. Bijvoorbeeld op 1 mei 1832 als bij de Bleekveldsche Poort in Goes Oliemolen Peeman in brand staat. Een andere grote brand vindt plaats op 31 juli 1840 in de Wilhelminapolder. Daar staat Hofstede Goenje in lichterlaaie.
Spuit 2 en 3
Halverwege 1871 wordt de bouw van een schooltje en spuithuis in Sabbinge aanbesteedt. In het spuithuis komen Spuit 2 en 3 te staan. In 1874 wordt voor Spuit 1, van het dorp Oostkerke een nieuwe handbrandspuit aangekocht voor 825 gulden. Deze spuit gaat in 1883 ter reparatie naar ‘Brandspuitmaker Steendam’ in Colijnsplaat, de lengte van de waterstraal komt namelijk niet aan de vereiste 25 meter. Nadat er een hamer uit de zuigbuis is gehaald en de pomp weer luchtdicht is gemaakt kan de spuit er weer tegen.
Spuit 1 Oostkerke | Spuit 2 Oud-Sabbinge | Spuit 3 Oud-Sabbinge |
1 brandmeester | 1 onderbrandmeester | 2 stellers der pomp |
1 onderbrandmeester | 3 stellers der zuigpomp | 1 bode |
3 stellers der pomp | 3 stellers der perspomp | 3 pijpvoerders |
1 bode | 1 bode | 6 slangleiders |
3 pijpvoerders | 3 pijpvoerders | 18 pompers |
12 slangleiders | 8 slangleiders | 1 gereedschapdrager |
55 pompers | 15 zuigpompers | 3 lantaarndragers |
5 ladderstellers | 38 perspompers | 3 waterdragers |
4 brandhaakdragers | 3 ladderstellers | |
3 lantaarndragers | 3 brandhaakdragers | |
1 gereedschapdrager | 3 lantaarndragers | |
2 klokkenluiders | 2 gereedschapdragers | |
1 trommelslager | (totaal 212 personen) |
Spuit 3 wordt op 31 juli 1886 verplaatst van het spuithuis in Oud-Sabbinge naar het Soephuisje in Oostkerke. Dit komt doordat bijna alle brandweerlieden van deze pomp in Oostkerke wonen. In 1914 wordt Spuit 3 buiten gebruik gesteld en gaat de gemeente verder met de twee overgebleven brandspuiten.
De brandweer wordt in deze tijd gealarmeerd door het luiden van klokken. In 1912 bij een brand in Oostkerke blijkt dat niet alle brandweerlieden komen opdagen omdat de klok niet hoorbaar is. De spuit uit Sabbinge is ook laat want er blijkt geen paard beschikbaar. De gemeente beslist daarop om twee extra brandweerlieden aan te stellen die als taak krijgen om de andere lieden te alarmeren. Bovendien komt er een premie van 5 gulden beschikbaar voor de eerste die een paard beschikbaar stelt aan de brandweer.
Vrijwillige brandweer
Op 1 september 1922 vindt er een reorganisatie van het brandweerkorps plaats. De burgerplicht vervalt en er wordt een vrijwillig korps opgericht. De heer A. Weijns krijgt als opperbrandmeester de leiding. Van Leerdam wordt brandmeester van Oostkerke, Van Strien in Oud-Sabbinge. De reden voor de reorganisatie is de recent aangeschafte motorspuit. Waren er bijna 100 manschappen nodig voor een handspuit, de motorspuit kan met 8 man al bediend worden. De motorspuit is aangeschaft bij firma Van Bergen uit Midwolda en heeft een vermogen van 400 liter per minuut. In 1947 wordt de spuit uiteindelijk vervangen door een nieuw exemplaar met meer vermogen.
Watersnood
Op 1 februari 1953 is een zwarte dag in de geschiedenis van de gemeente. Het dorp en omliggende polders overstromen tijdens de Watersnoodramp en er vallen 12 doden. Daarnaast komen er veel dieren om in het water en is er een enorme schade. De schade bij de brandweer is ook groot. De motorspuit heeft volledig onder water gestaan en moet daardoor volledig gereviseerd worden. De in 1952 aangeschafte uniformen en ‘oliegoed’ raken in de weken na de Ramp dusdanig door het zoute water aangetast dat ze vervangen moeten worden
Verordening
In september 1955 wordt de ‘Verordening betreffende organisatie en het beheer van de gemeentelijke brandweer’ vastgesteld. In het stuk wordt de alarmering, materieel en bluswater, maar ook de aanstellingseisen en het oefenen geregeld. Zo wordt geregeld dat een brand gemeld kan worden op een van de meldingsposten. Dit is overdag het gemeentehuis, in andere situaties bij zowel de commandant als de burgemeester thuis. Vervolgens worden de vrijwilligers gealarmeerd door de sirenes op het gemeentehuis in Oostkerke en op de school in Oud-Sabbinge. Naast de commandant zijn er een ondercommandant, bevelvoerder en 12 manschappen. Het materieel moet bestaan uit een volledig bevrachte bluseenheid en een schuimblusser. Verder zijn er blusapparaten verdeeld in het dorp aanwezig.
Opel Blitz
In december 1956 wordt uiteindelijk een Opel Blitz manschappen- en materiaalwagen en een motorspuitaanhanger aangeschaft. De auto wordt geleverd door Handelsmaatschappij Ad Voigt & Co uit Amsterdam. Tijdens de viering van het 35-jarig bestaan van het korps wordt de wagen met spuit officieel in gebruik genomen. Het bestaande spuithuis nu wel te klein geworden voor het nieuwe materieel. De gemeente is dus druk bezig met een nieuw onderkomen voor de brandweer, tijdelijk krijgt de brandweer de beschikking over een houten loods op het industrieterrein. De oude spuit uit 1947 wordt voor 1100 gulden verkocht aan een firma in De Bilt.
Op 19 september 1960 besluit de gemeenteraad van Wolphaartsdijk dat het dorp Oostkerke voortaan Wolphaartsdijk gaat heten, de oude benaming wordt bijna niet meer in het dorp gebruikt.
Kazerne aan de Villa Novastraat
In 1963 verhuist het korps van de tijdelijke kazerne naar het nieuwe onderkomen aan de Villa Novastraat. Het pand is het oude dorpshuis TAVENU dat sinds 1914 gevestigd is in het voormalige koetshuis van landhuis Villa Nova. TAVENU staat voor ‘Tot aangenaam vermaak en nuttige uitspanning’. In 1990 knappen de vrijwilligers zelf de brandweerkazerne op. De werkzaamheden worden afgesloten met een open dag.
Op 1 januari 1970 verliest de gemeente haar zelfstandigheid, Wolphaartsdijk en omgeving behoren nu tot de nieuwe gemeente Goes.
Tankautospuiten
Het korps rukt uit met de Opel Blitz brandweerwagen tot 1979. Dit is een personeels- en materiaalwagen zonder eigen pomp. Een motorspuitaanhanger achter het voertuig zorgt voor het verpompen van het bluswater. De opvolger is een Mercedes-Benz brandweerwagen, een tankautospuit met een gecombineerde hoge- en lagedruk pomp aan boord. Het brandweerkorps van Kattendijke krijgt gelijktijdig een identiek voertuig. De Mercedes doet 17 jaar dienst en wordt daarna, in uitstekende staat, nog twee jaar als reservevoertuig in Goes gebruikt.
In 1996 vervangt een MAN tankautospuit met een Bravon opbouw en Godiva pomp de Mercedes. De MAN doet dienst tot 2011 wanneer een nieuwe Mercedes-Benz met Ziegler opbouw in gebruik wordt genomen. Na acht jaar verhuist deze wagen naar het korps Krabbendijke. Op basis van het rapport ‘Maatwerk in Brandweerzorg’ van Veiligheidsregio Zeeland wordt op diverse posten een compacte brandweerwagen geplaatst waarmee ook met 4 brandweerlieden uitgerukt kan worden. De nieuwe voertuigen krijgen de naam NTS, een afkorting voor Nieuwe Tankautospuit. Het zijn Rosenbauer CL-voertuigen, gebouwd op een MAN TGL-chassis.
(archief brandweer Wolphaartsdijk – Erik Schwartz – Andre Joosse)
Bijzondere uitrukken
Eind 1967 is er brand in Café De Boei, het pand brand volledig af en een hondje en papegaai komen om in het vuur. De indrukwekkendste uitruk voor het korps is ongetwijfeld de treinramp bij Eindewege in 1976. Een reizigerstrein botst hier op een goederentrein. Er kwamen zeven mensen om het leven, onder wie de machinist en een storingsmonteur die ook in de cabine aanwezig was, er vielen daarnaast nog zeven gewonden. In de nacht van 8 januari 1989 ontstaat er brand in de manege aan de Zuidelandweg, er zijn hier vier tankautospuiten nodig om de vlammen te bedwingen.
In 1992 is er brand in Countrybar Haciënda aan de Molendijk. In 1993 is er een uitslaande brand in de kap van molen de Hoop. In 2006 brand een monumentale boerenschuur uit 1871 af aan de Noorddijk.
Brandweer Wolphaartsdijk vandaag
Vandaag is Wolphaartsdijk voor een belangrijk deel gericht op toerisme. Er zijn campings, jachthavens en de twee belangrijke dagrecreatiegebieden. Het dorp heeft in 2021 zo een 2245 inwoners.
Post Wolphaartsdijk heeft per jaar gemiddeld 20 tot 30 uitrukken waarvan een aanzienlijk deel bestaat uit technische hulpverlening bij ongevallen. Daarnaast heeft de post een team dat ingezet kan worden als Verkenningseenheid Brandweer (VEB). Deze ploeg wordt ingezet bij ongevallen met gevaarlijke stoffen of grote branden met veel rookontwikkeling. De ploeg heeft materieel en apparatuur om metingen te verrichten die een basis brandweerploeg niet kan uitvoeren.
(archief brandweer Wolphaartsdijk)