Brand bookmakerskantoor De Paauw

Chaotische inzet aan de Kleine Kade

De grote uitslaande brand bij het kantoorpand van bookmaker De Paauw aan de Goese Kade gaat de geschiedenisboeken in als een van de belangrijkste branden in de stad. Niet zo zeer vanwege de schade die de brand aanbrengt, maar vanwege de invloed op de brandweerorganisatie. De pers spreekt namelijk schande van het brandweeroptreden die dag.

20 februari 1906

Politieagent Zandee is om half een in de middag bezig met zijn surveillance. Ter hoogte van de RHB-school aan de Albert Joachimikade wordt hij door diverse mensen gewezen op een beginnende brand. Er is brand ontstaan in het kantoorpand van bookmaker De Paauw aan de Kleine Kade. In het kantoor is niemand aanwezig, het personeel heeft een uur pauze en is thuis lunchen.

Direct waarschuwt agent Zandee de Generale brandmeester en daarna de politiewacht. Vanuit de politiewacht op de Grote Markt wordt zo snel mogelijk de brandklok geluid om de brandweerplichtigen te alarmeren. Met het luiden van de klok worden zo een 400 brandweerlieden gealarmeerd om de vier spuiten van het Goese korps te bedienen. De spuiten staan opgesteld in de wandelkerk in afgesloten bewaarplaatsen.

Agent Bal snelt zich naar de Grote Kerk om de sleutel van de bewaarplaatsen van de spuiten aan de brandweer te overhandigen. Brandmeester Dekker opent de bergplaats van Spuit II en daarna die van Spuit I. Terwijl de twee spuiten zich gereed maken spoed ook de politie zich naar de brand en neemt de sleutel van de bergplaatsen mee. Het personeel van Spuit III en IV staan vervolgens voor een gesloten deur en kunnen niets anders dan de deuren intrappen.

De brand woedt achterin het pand, nabij de houtkachel. De politie moet zich met geweld toegang verschaffen. Ze kunnen weinig doen. Binnen een korte tijd slaan de vlammen door de ruiten van het kantoor en vreest men doorslag naar de naastgelegen woningen van de buurmannen Rijk en Roelofsen.

Uitbreiding voorkomen

Als de eerste spuit arriveert, is er al niets meer te redden aan het kantoor. Alle aandacht gaat naar een inzet om de naastgelegen panden te redden. Het buurpand van de heer Rijk, waarop de wind stond, is een stuk hoger. De vlammen komen daardoor net niet tot het dak, wat waarschijnlijk de redding is geweest voor de woning.

Om schade te voorkomen is het normaal om de inboedel van bedreigde panden buiten te zetten. Mocht de brand overslaan, dan blijft de schade beperkt tot de woning. Roelofsen, die geen brandverzekering heeft, laat daarom al zijn inboedel buiten brengen.

Chaos op de Kaden

Inmiddels zijn beide kades vol gestroomd met publiek. Het is namelijk marktdag in Goes. Het veroorzaakt een grote chaos. De kaden zijn overvol en de brandweer heeft amper ruimte om te werken. Uiteindelijk na twee en half uur blussen met de vier Goese spuiten is de brand onder controle. Spuit III blijft nog een tijdje ter plaatse om smeulende resten af te blussen.

Het kantoorpand is schoon uitgebrand, niets van de inrichting kan gered worden. In overleg met de bouwmeester van de gemeente worden de resterende muren omgehaald. De Paauw is deels verzekerd voor zijn inboedel, maar is echter wel alle administratie en 300.000 adressen kwijt. De brand- en waterschade bij buurman Rijk is aanzienlijk. De schade aan de woning van Roelofsen valt mee, maar veel van de inboedel is beschadigd.

Absenten

Een week later rapporteert brandmeester De Jong over de absenten bij de brand. Er zijn dertien verbalen opgesteld voor spuitgasten die afwezig waren zonder “verschonende redenen bedoeld in artikel 47 der verordening op het brandwezen”. De dertien ontvangen hiervoor een boete.

Kritische geluiden

Hoewel de krant die avond nog spreekt over een dappere brandweer, volgen er een dag later kritischere geluiden in de krant. Er wordt geschreven over een “Janboel”. De Goessche Courant spreekt over een brandweer die “niet is, zoals het wezen moet”. De spuiten waren niet alleen te laat, ze “sukkelden danig met water geven”. In het artikel lezen we dat bij het uitruimen van de woning van buurman Roelofsen er spuitgasten aan de gordijnen bungelen totdat deze afscheuren. Vervolgens worden deze naar buiten gegooid en door de wind recht in het vuur geblazen. Ook raken de meubels zwaar beschadigd tijdens het ontruimen. Breekbare spullen worden zo uit het raam op straat gesmeten, waarna ze stuk vallen op de stenen. Volgens de reporter zijn er slangen die niet bediend worden en staan spuitgasten, ingezet aan de achterzijde, aan de voorkant naar de brand te kijken. Er wordt zelfs melding gemaakt dat er een gouden horloge, vlees en sigaren door de spuitgasten gestolen zijn.

In het artikel roept de krant op tot het oprichten van een vrijwillige brandweer, net als in de grote steden. In het verleden bestond de brandweer grotendeels uit leden van de schutterij die voor orde en discipline zorgden. Met het opheffen van de schutterij is er nu alleen een burger-plichtbrandweer over. De leiding van de brandweer krijgt het dan ook zwaar te verduren in de volgende raadsvergadering en er wordt op opheldering gevraagd.

Schuld bij politie

Op 22 februari vindt er een ingelaste vergadering plaats van de brandweerdirectie in verband met de “wanorde en ongeregeldheden”. In een verslag van deze vergadering aan de burgemeester en wethouders is de directie duidelijk; het is allemaal de schuld van de politie. Als onderbouwing sommen de brandmeesters op wat er mis ging. Er werd namelijk te laat gealarmeerd en de deuren van de bewaarplaatsen in de Grote Kerk waren niet van slot gedaan. Als derde argument melden ze het slecht afzetten van de Kaden tijdens de brand. Vele ramptoeristen liepen in de weg. Ook het stukslaan van de ruiten door de politie wordt bekritiseerd. Hierdoor heeft de brand veel zuurstof gekregen en is het een uitslaande brand ontstaan.

Een wethouder vindt de genoemde opmerkingen geen antwoord geven op het wangedrag van de brandweer. Ook de afwezigheid van de brandweerdirectie tijdens de brand krijgt kritiek. Uiteindelijk besluit de brandweerleiding hun ontslag in te dienen bij de burgemeester.

Onderzoek

Ondanks het opstappen van de directie wordt er ook een onderzoek ingesteld naar de beschuldigingen die in de Goessche Courant werden gedaan. De commissaris van de politie leidt het onderzoek. Al snel blijkt dat de berichtgeving in de krant behoorlijk overdreven is. Buurman Roelofsen is namelijk zeer tevreden over de inzet van de brandweer. Er is geen kapotte inboedel en er is niets gestolen.

Nieuw kader en de Goesche Vrijwillige Brandweer

Uiteindelijk laat de echte reorganisatie bij de brandweer nog op zich wachten. Wel wordt er een nieuw kader aangesteld. Maar tegelijk wordt ook een vereniging opgericht, namelijk de Goesche Vrijwillige Brandweer. Goes heeft half 1906 dus twee brandweerkorpsen in de stad!

Lees hier meer over de Goesche Vrijwillige Brandweer
Kroniek Goese Brandweer
Krantenbankzeeland.nl
Abonneer
Laat het weten als er
guest

0 Comments
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Don`t copy text!
Scroll naar boven