Brand Lange Delft Middelburg
Meerdere panden in puin
Op zaterdagmiddag 7 december 1929 brandt in de Lange Delft in Middelburg een blok winkels tot de grond toe af. De twee dagen durende brand trekt niet alleen duizenden kijkers, ook brandspuiten van alle uithoeken trekken naar de Middelburgse binnenstad.
(collectie ZB, Beeldbank Zeeland)
Zaterdagmiddag rond kwart voor vijf komt de eerste melding binnen bij de politie. De twee spuiten van Middelburg spoeden zich ter plaatse en leggen af vanaf de waterleiding. De vlammen slaan inmiddels al uit het dak van winkelpand ‘De Franschen Bazaar’. De brand woedt op de bovenste verdieping, maar in korte tijd vormen zich ook vlammen op de begane grond.
Brand is niet te stoppen
De wind blaast de vlammen richting het indrukwekkende ‘Grand Hotel Verseput’. Maar er wordt ook gevreesd voor overslag richting de andere zijde waar de lunchroom van bakker Oosterhuis is gevestigd. Uit voorzorg worden de brandweer van Vlissingen en Goes daar gevraagd. De brand blijkt inderdaad niet te stoppen en tegen zes uur veranderen zowel de lunchroom als de daar weer naastgelegen ‘Modezaak Wiener’ in een vlammenzee. De spuiten richten zich nu op de overkant van de straat. Samen met de te hulp gevraagde Koninklijke Marine uit Vlissingen en de lokale padvinders wordt er preventief huisraad ontruimd en gordijnen weggehaald, want de ramen zijn inmiddels erg warm.
Als de brand van kledingzaak Wiener ondanks de inspanning toch overslaat naar het naastgelegen magazijn van ‘Rijwielfabriek Kaan’ gaat het helemaal mis. Het koelen van de ramen aan de overzijde blijkt niet voldoende en er vormen zich vlammen in het pand van ‘IJzerhandel De Jager’. Vanuit hier slaat de brand over naar een beddenzaak en de winkel van Simon de Wit. Kortom, de brand woedt nu aan beide zijde van de lange Delft en in zeker zeven panden.
Het vliegvuur van de brand wordt door de sterke wind over de binnenstad geblazen en er ontstaan daardoor diverse kleine brandjes op daken. Gelukkig worden deze snel geblust met de aanwezige draagbare blusmiddelen.
Goesenaren blussen Grand Hotel
(collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
Vanuit Goes vertrekt een autobus met brandweerlieden. De motorspuit is op een vrachtwagen geladen en die volgt de bus richting Walcheren. Het is erg druk op de weg naar Middelburg, honderden ramptoeristen van Zuid-Beveland gaan met openbaar of eigen vervoer richting de brand om het schouwspel gade te slaan.
De Goese spuit wordt in eerste instantie, samen met die uit Vlissingen, aan de Turfkade opgesteld om water op te pompen. De aanwezige waterleiding heeft namelijk te weinig druk en de spuiten van Middelburg kunnen dus weinig uitrichten. Een deel van de Middelburgse slangen ligt inmiddels ook al onder een ingestorte muur. De Goesenaren krijgen vervolgens de opdracht het Grand Hotel te blussen en verdere uitbreiding daar te voorkomen.
Het ‘Grand Hotel Verseput’ is gebouwd in 1747 als woning. Vanaf 1899 is het een hotel. In 1926 is er ook al een brand in het hotel, maar dan kan de imposante voorgevel worden gered. Die voorgevel is nu helaas niet meet te redden. Uiteindelijk krijgt Goes, samen met de splinternieuwe autospuit van Bergen op Zoom de brand in het hotel onder controle en wordt de achtergevel gered.
Zondag
De Goese spuit blijft tot zondagochtend in werking, in totaal zijn ze acht uur lang aan het blussen. Enkele spuiten blijven nog daar. Tegen de avond, meer dan 24 uur na het begin van de brand, laait het vuur bij De Jager weer op. Ook nu hebben de spuiten uit Middelburg en Vlissingen hun handen vol. Uiteindelijk zijn 12 panden verloren gegaan en hebben veel omwonenden last van waterschade.
(collectie ZB, Beeldbank Zeeland)
